Tijs Rutgers, aios M+G/jeugdgezondheid: ‘Gezond zijn is iets anders dan niet ziek zijn’

Al van jongs af aan is Tijs Rutgers bezig met sporten, gezond leven en anderen in beweging krijgen, letterlijk en figuurlijk. Min of meer per ongeluk ontdekte hij dat hij als arts M+G op medisch én beleidsgebied aan de slag kan met die thema’s. Een schot in de roos voor hem.  

Tijs Rutgers heeft na afronden van zijn studie geneeskunde bijna drie jaar als aios kindergeneeskunde gewerkt. De inhoud van het vak, de communicatie met de kinderen en ouders: juist de langdurige contacten en de preventieve kant vond hij interessant en waardevol. Minder leuk: tijdgebrek voor goede zorg aan patiënten, de prestatiecultuur en de onregelmatige werktijden. ‘Ik was niet meer mijn leukste zelf toen ik in het ziekenhuis werkte’, zegt hij. ‘De balans raakte zoek en ik had steeds minder energie en tijd voor een sociaal gezond leven en om te sporten.’

Energie buiten het ziekenhuis 

Toen bleek dat hij niet kon solliciteren op de plek waar hij werkte, besloot hij dat ook niet elders binnen de kindergeneeskunde te doen. Hij ging werken bij de GGD in Amsterdam, jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor jongeren in het voortgezet onderwijs met uiteenlopende problemen. ‘Tijdens mijn werk binnen de jeugdgezondheidszorg ontdekte ik dat ik me naast de individuele zorg kon bezighouden met vragen buiten de spreekkamer, zoals: hoe kun je ervoor zorgen dat jongeren gezonder gaan leven? Of: hoe zorg je dat een systeem in beweging komt? Aan welke beleidsknoppen kun je draaien om invloed te hebben op populatieniveau? Daar haal ik erg veel energie uit.’ 

Jeugdgezondheidszorg Amsterdam rookvrij 

Tijs begon aan de opleiding tot arts M+G en daarin vond hij precies wat hij zocht. ‘Er is binnen het curriculum heel veel ruimte om te onderzoeken wat bij je past, waar je van ‘aan gaat’. En je krijgt alle mogelijkheid om projecten te integreren in het werkveld.’ Zo kreeg Tijs het tijdens de eerste fase van zijn opleiding voor elkaar om alle locaties van de Ouder- en Kindteams (JGZ) in Amsterdam rookvrij te maken. ‘Op mijn eerste werkdag zag ik een medewerker roken voor mijn locatie, die naast een basisschool zit. Ik dacht: wat kunnen we daaraan doen? We hebben hele mooie stappen gemaakt en nu zijn stoppen-met-roken-cursussen voor medewerkers, communicatietrainingen voor medewerkers en passende stoppen met roken zorg voor cliënten onderdeel van rookvrij beleid in Amsterdam, net als de Rookvrije generatie-tegels die je voor elke Ouder- en Kindteam locatie ziet in de stad.’ 

Gezond versus niet ziek 

Tijs zou graag zien dat meer studenten geneeskunde in aanraking komen met zijn vakgebied en ontdekken hoe belangrijk sociale geneeskunde als geheel is voor de samenleving. ‘Tijdens de opleiding geneeskunde is mij niet duidelijk geworden hoe groot de mogelijkheden zijn om als arts buiten het ziekenhuis te werken’, zegt hij. ‘Coschappen in de sociale geneeskunde zijn een ondergeschoven kindje. Maar als arts M+G kunnen we overal binnen de gezondheidszorg waarde toevoegen op het gebied van beleid.’ Artsen M+G hebben de tijd mee, vindt hij. ‘De roep om preventie wordt steeds luider. De geneeskunde is nu gericht op curatieve zorg, maar die loopt vast en is niet houdbaar. De zorgkosten zijn te hoog en er is tekort aan personeel. Het wordt tijd dat we gaan kijken naar de andere kant: gezond zijn en blijven. Gezond zijn is iets anders dan niet ziek zijn. Het gaat om onderwerpen als leefstijl, voeding, beweging, stress, slapen, zingeving, leefomgeving, meedoen en nog veel meer. We moeten niet één van die facetten aanpakken, maar het integraal en systemisch zien.’ 

Daarom vindt hij het ook zo belangrijk dat de verschillende takken binnen sociale geneeskunde zich meer verbinden, dat sociale geneeskunde zich als beroepsgroep presenteert, met behoud van identiteit van de verschillende takken. ‘Samen hebben we meer slagkracht, kunnen we een grotere golf teweegbrengen en verder komen.’ Als voorzitter van LOSGIO probeert hij daar invloed op uit te oefenen. ‘We sluiten aan bij overleg om beter te gaan samenwerken en hebben onlangs een voorstel gedaan voor een sociaal geneeskundig breed congres.’  

Arts 2040 

Als hij naar de toekomst kijkt, dan hoopt hij dat preventie, focus op gezondheid en hoe gezonder te leven, veel meer verweven zit in de gezondheidszorg. ‘Ik hoop dat er in 2040 meer geld is voor preventie, vanuit de overheid. Ik hoop dat curatieve artsen het belang ervan nóg meer gaan inzien en ik hoop dat er goed opgeleide, enthousiaste artsen zijn die dat kunnen uitdragen, ook in de media en in de politiek. Die zie je nu namelijk nog veel te weinig.’ 

En de ‘arts 2040’? Dat is volgens Tijs een arts die verder kijkt dan een ziektebeeld. Die oog heeft voor het gehele systeem en de leefomgeving waarin iemand zich begeeft en zich daarin kan inleven en zo passende gesprekken voert. ‘Deze verandering begint met een betere gezondheid voor die arts zelf’, zegt Tijs. ‘Je moet eerst goed voor jezelf zorgen, om een goede arts te kunnen zijn voor je patiënt of cliënt. Practice what you preach.’