Rinske Keuken en Myrthe Frissen: “We hebben moed en ambitie nodig”

Rinske Keuken en Myrthe Frissen: “We hebben moed en ambitie nodig”

Rinske Keuken hield zich de afgelopen 24 jaar als arts M+G / medische milieukunde vooral bezig met ‘klassieke’ milieuproblemen, zoals bodemverontreiniging en het Tata Steel-dossier. Voor ‘nieuwkomer’ en collega, AIOS M+G Myrthe Frissen, is het klimaat de grootste drijfveer om in dit vakgebied aan de slag te gaan. Hoe kijken zij naar hun vak en de uitdagingen waar ze voor staan?

Rinske, hoe heb je de inhoud van jouw vakgebied in de afgelopen 24 jaar zien veranderen?

Rinske: ‘Toen ik werd opgeleid, waren de ‘klassieke’ milieuproblemen actueel: bodemverontreiniging, asbest, dat soort onderwerpen. Onze generatie was vooral bezig met gezondheidsbescherming, terwijl er nu veel meer focus ligt op gezondheidsbevordering, op leefomgeving. Ik heb 23 jaar voor GGD Kennemerland gewerkt, de laatste jaren veel aan het dossier Tata Steel-terrein. Nu werk ik bij de GGD regio Utrecht en als arts M+G ook aan bredere vraagstukken: hoe we alle Utrechters gezond en gelukkig krijgen in 2030 bijvoorbeeld. Sinds corona is gezond blijven nog meer van belang gebleken. Ik zie dat veel jonge AIOS M+G zich bezighouden met klimaatverandering: het grootste probleem én de grootste kans voor de publieke gezondheid van de komende tijd. Veel artsen hebben nu belangstelling voor ons vak, maar er is een beperkte hoeveelheid opleidingsplekken.’

Hoe is dat voor jou Myrthe?

Myrthe: ‘Klimaatverandering als thema maakt dat medische milieukunde het helemaal is voor mij. Klimaat wordt vaak negatief geframed: als iets dat ons beperkt, terwijl het leven wel leuk moet blijven. Maar klimaat ís leuk. We zitten in een slechte situatie, maar we kunnen er iets aan dóen. Ik heb het idee dat ik me inzet voor iets dat heel belangrijk is en ik zie dat steeds meer mensen om me heen dat ook zo zien.’

Rinske: ‘Het is zo mooi dat jullie je hiermee bezighouden vanuit persoonlijke betrokkenheid, vanuit eigen beleving. In mijn geval was het veel abstracter: ik woonde niet zelf op een verontreinigde bodem.’

Myrthe: ‘Voor mij is waterschaarste in Somalië net zo’n belangrijke motivator om met dit thema bezig te zijn als een hittegolf in Nijmegen, waar ik woon. Ik kan het niet los van elkaar zien. Klimaatverandering houdt zich niet aan landsgrenzen. En dat geldt ook voor andere medisch milieukundige thema’s zoals luchtvervuiling. De bredere blik die wat minder gewenst was in mijn eerdere werk als dokter in het ziekenhuis, die heb je in dit vakgebied juist nodig.’

Rinske: “Typerend voor ons vak is dat wij ook op verschillende niveaus bezig zijn: we hebben een taak in het adviseren van de gemeente maar ook een zorgtaak voor de bewoners. We vertalen ‘grote ontwikkelingen’ naar ons dagelijks leven. We leggen bewoners uit wat wonen in een industrieel gebied kan betekenen voor hen als individu, maar we vertellen de gemeenten ook hoe je lokaal iets kunt doen aan luchtvervuiling, zelfs als het internationaal veroorzaakt wordt. We zijn op drie niveaus bezig: bewoners, lokaal en soms zelfs (inter)nationaal. Daar hebben we ook werkgroepen voor in ons multidisciplinaire vakgebied, bijvoorbeeld op het gebied van luchtkwaliteit.’

Myrthe: ‘Dat maakt medische milieukunde ook bijzonder: het is als vakgroep, landelijk, zo goed georganiseerd.’

Hoe maakt jullie werk op al die niveaus het verschil?

Myrthe: ‘We kunnen een hele grote rol spelen in de zorgtaak voor bewoners. Mensen zijn vaak al zo blij als ze een dokter spreken die luistert en kan meedenken over milieublootstellingen. Ik sprak eens een Rotterdammer die bang was dat zijn luchtwegklachten werden veroorzaakt door de uitstoot van cruiseschepen. Met dat soort zorgen kun je niet zo makkelijk bij andere artsen terecht. Ook geven we advies aan beleidsmedewerkers, bijvoorbeeld over het hitteplan bij een hittegolf: er zijn echt mensen nodig die vanuit medisch perspectief kunnen meekijken naar zo’n plan, om het plan goed passend te maken voor mensen met en zonder aandoening of medicatiegebruik.

Toen ik net begon was ik bij een bijeenkomst over het Schone Lucht akkoord: op de snelwegen ging de snelheid terug van 130 naar 100 kilometer per uur. Ik merkte dat ik mezelf afvroeg: doe ik het dáárvoor? Maar als je doorrekent wat die maatregel heeft gedaan voor de uitstoot en de bijbehorende ziektelast: dat verschil is gigantisch. Het is geweldig om achter de schermen te werken aan risicofactoren waarvan mensen meestal niet eens weten dat ze eraan worden blootgesteld, en zo veel impact te hebben.’

Rinske: “Dat zijn mooie voorbeelden. Zelf vond ik het belangrijk bij het vraagstuk in de IJmond dat een wethouder alles wist over fijnstof, hinder en bezorgdheid, zodat ze weloverwogen beslissingen konden maken. Ik vind het verder een meerwaarde dat ik op verschillende vlakken betrokken ben en mensen en partijen met elkaar kan verbinden.’

Wat zou nog meer verschil maken?

Rinske: ‘Gezondheid zou moeten worden opgenomen in de landelijke wet- en regelgeving en niet een ‘extraatje’ moeten zijn. Nederland is druk bevolkt en we staan voor een grote woningbouwopgave. We zouden nieuwe wijken zo moeten inrichten dat ze bijdragen aan de gezondheid en geen huizen langs drukke wegen bouwen, om maar een voorbeeld te noemen.’

Myrthe: ‘Er zijn zoveel belangen. Als je juridisch geen basis hebt, delf je momenteel vaak het onderspit.’

Rinske: ‘De invoering van de Nieuwe omgevingswet volgend jaar biedt kansen om gezondheid in de omgeving de plek te geven die het verdient. Gemeenten zouden ook nu al  bij elke beslissing met effect op publieke gezondheid advies daarover moeten vragen, maar dat mag nog veel vaker gebeuren.’

Met welke uitdagingen krijgen jullie de komende jaren vooral te maken?

Myrthe: ‘We hebben te maken met een sterk vervuilde leefomgeving en met stoffen die niet meer verdwijnen. De snelheid waarmee we chemische verbindingen de markt opspelen is heel hoog. Daar moeten we iets mee. Daarnaast gaat citizen science een rol spelen: mensen gaan zelf meten.’

Rinske: ‘Nieuwe wetenschap, data verzamelen, onderzoek doen: dat houdt ons vak in beweging. Die vooruitgang en ontwikkelingen, die houden het vak zo leuk. Ik verveel me redelijk snel, maar medische milieukunde blijft me boeien.’