Carla Hugen: “Ziekte voorkomen gebeurt buiten het ziekenhuis”

Aios M+G Carla Hugen geeft onderwijs en doet onderzoek bij het UMC Utrecht. Ook is ze werkzaam als arts bij de afdeling sociaal medische zorg van de Gemeente Utrecht. In al die verschillende rollen is ze bezig met hetzelfde vraagstuk: hoe krijgen mensen in een zeer kwetsbare positie ook toegang tot de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben? Ze vult haar vakgebied en haar agenda op geheel eigen wijze in.  

Mensen gelijke kansen bieden op noodzakelijk zorg. Die ambitie loopt als een rode draad door de carrière van Carla Hugen. Ze werkte als tropenarts in een aantal ontwikkelingslanden en later als jeugdarts in een Nederlandse achterstandswijk, tot ze een kans kreeg om zich bij de Gemeente Utrecht bezig te houden met zorg voor mensen in een kwetsbare positie, als onderdeel van haar opleiding tot arts M+G. “Ik richt me niet alleen op het individu maar op een veel bredere doelgroep”, vertelt ze. “Dat vind ik een verrijking, want de problematiek die we zien is ook leeftijd- en domeinoverstijgend.” 

Iedereen bereiken
In haar agenda wisselen onderzoek en onderwijs en adviseurswerk elkaar dus af. Zo houdt ze zich momenteel bezig met het overdrachtsdossier dat de Gemeente Utrecht opstelt voor de nieuwe wethouder van Volksgezondheid. “Ik schrijf mee vanuit het Team Sociaal Medische Zorg”, vertelt Carla. “We schetsen het beleid dat nodig is om 1 of 2 procent van de Utrechters, de mensen die zich in de meest kwetsbare positie bevinden, te bereiken met zorg en ondersteuning. Het gaat daarbij om mensen die kampen met een ingewikkelde combinatie van meerdere serieuze problemen tegelijkertijd, zoals psychiatrie, verslaving, geldzorgen en een gebrek aan een steunend netwerk. Ik ben nu anderhalf jaar met dit vraagstuk bezig en breng in beeld waar deze mensen behoefte aan hebben en waar het systeem schuurt. Bijvoorbeeld omdat de doelgroep zowel medische zorg als maatschappelijke ondersteuning nodig heeft en daarmee onder verschillende wetten, met verschillende potjes, valt. Het zou mooi zijn als de reguliere basiszorg in de wijken, zoals de huisartsenpraktijken en het buurtteam, nog beter kan aansluiten bij die groep bewoners die nu nog niet of moeilijk bereikt worden.”  

Bewustwording creëren 

Carla, of een van haar teamleden, sluit ook aan bij overleggen en bijeenkomsten met andere gemeente-afdelingen die veel met deze doelgroep te maken hebben, zoals Maatschappelijke Ontwikkeling en Veiligheid. “Wij zijn dan vanuit sociaal medische invalshoek betrokken en proberen bewustwording te creëren dat er bij deze mensen naast veiligheid en huisvestingsproblematiek ook vaak sprake is van een zeer slechte gezondheid. De bedoeling is om samen tot één integrale aanpak te komen, waarin zowel zorg als ondersteuning goed geregeld zijn én er aandacht is voor preventie”, legt ze uit. “Ons bereiken bijvoorbeeld signalen dat de doelgroep aan het verouderen is en er steeds meer complexe problemen ontstaan. Zo worden de mensen met verslavingsproblemen, die in hostels van de gemeente verblijven, ook steeds ouder. Vanwege hun slechte gezondheid zien we veel complicaties: ze hebben zuurstof nodig of moeten een beenamputatie ondergaan. De vraag is: waar kunnen die mensen heen? In een verpleeghuis kun je geen actieve gebruikers huisvesten.”  

Praktijk in onderwijs 

Alle problematiek die Carla met haar team tegenkomt, probeert ze mee te nemen in haar onderwijs aan geneeskundestudenten. “Zo gaf ik deze week les aan studenten gynaecologie en kindergeneeskunde, over ‘kwetsbare zwangeren’. Mijn doel is om de studenten breder te laten kijken. Om niet alleen te vragen of de zwangerschap goed verloopt, maar ook te kijken naar stressfactoren en de sociale omgeving van de aanstaande moeder.” 

Ze vindt het heel belangrijk studenten bewust te maken van de complexiteit die zij ziet. “Veel studenten geneeskunde zitten in een bubbel van tweedelijns zorg. Wij zien in de praktijk dat er mensen zijn die een voorgeschreven medicijn niet durven ophalen uit angst voor een eigen bijdrage. Een huisarts zou zich daar bewust van moeten zijn. Net als van het feit dat veel mensen die in armoede leven, een verwijzing naar het ziekenhuis niet opvolgen, uit angst dat ze hun eigen risico moeten aanspreken. Ik probeer die bewustwording in het onderwijs te integreren. Ziekte voorkomen gebeurt buiten het ziekenhuis en ziekte behandelen lukt alleen effectief als je rekening houdt met de unieke omstandigheden van je patiënt. Het is belangrijk dat toekomstige dokters daar al vroeg van doordrongen raken.”