begroting VWS

Bespreking begroting VWS

Afgelopen week werden vragen gesteld én beantwoord naar aanleiding van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport VWS). Wij stellen het op prijs dat Joba van den Berg (CDA) en Wieke Paulusma (D66) wederom aandacht vragen voor de artsen die buiten het ziekenhuis werken en voor de broodnodige transformatie van de zorg. Hieronder staan de vragen en de gegeven antwoorden.

Antwoord van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de vraag van het Kamerlid Paulusma (D66) over de oproep aan het kabinet om gezondheid en zorg niet als geïsoleerd onderwerp te beschouwen. Mensen in armoede hebben een lagere levensverwachting. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen een samenwerking met andere beleidsvelden, zoals SZW?

Niet iedereen heeft op dit moment een gelijke kans op gezondheid. Concreet betekent dit dat mensen met een lager opleidingsniveau gemiddeld ruim 4 jaar korter leven en bovendien ruim 14 jaar eerder te maken krijgen met een slechter ervaren gezondheid dan hoogopgeleiden. Gezondheidsachterstanden zijn maatschappelijk onwenselijk omdat dit een negatieve impact heeft op de kwaliteit van leven en op de mogelijkheden voor mensen om te participeren in het economisch en maatschappelijk leven. De aanpak van gezondheidsachterstanden vergt daarom meer dan de inzet op zorg en de algemene inzet op gezondheid. Er is sprake van achterliggende problematiek zoals bestaansonzekerheid, armoede en kansenongelijkheid. Een bredere blik op gezondheid en een integrale aanpak gericht op de kwetsbare groepen is nodig (Health in all policies). Het kabinet werkt daarom vanuit verschillende beleidsterreinen samen om de achterliggende problematiek bij gezondheidsachterstanden aan te pakken, zoals bestaansonzekerheid, armoede en kansenongelijkheid en een gezonde leefomgeving. Concrete programma’s waarin vanuit meerdere beleidsvelden wordt samengewerkt zijn de aanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’, het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid onder leiding van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden onder leiding van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Ik informeer uw Kamer dit jaar over de inzet van het kabinet om gezondheidsachterstanden terug te dringen.

Antwoord van de minister voor Langdurige Zorg en Sport op de vraag van het Kamerlid Van den Berg (CDA) over de inhoud van opleidingen. Deze is te weinig gericht op extramurale functies. Opleidingsplaatsen worden niet volledig benut en niet eerlijk verdeeld. CDA ziet graag meer regie van de minister.

Ik vind het belangrijk dat er ook extramuraal voldoende specialisten zijn, zowel nu als in de toekomst. Het baart me daarom zorgen dat de instroom in deze opleidingen achterblijft bij wat er nodig is conform hetgeen het Capaciteitsorgaan ons adviseert. Ik denk dan onder meer aan de opleidingen tot arts voor verstandelijk gehandicapten, specialist ouderengeneeskunde en de opleidingen tot arts maatschappij en gezondheid. Om de instroom te verhogen is het noodzakelijk dat er in de opleiding geneeskunde meer aandacht is en komt voor vakgebieden buiten het ziekenhuis. Vanuit het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ) zet VWS zich in op het maken van korte en lange termijn afspraken tussen werkgevers, brancheorganisaties en onderwijs om samen te zorgen voor een meer passende instroom in opleidingen met achterblijvende instroom, waarbij ook oog is voor krapteregio’s. Te denken valt aan het maken van afspraken over het ontwikkelen en aanbieden van meer co-schappen in de zorg buiten het ziekenhuis.